Met ademhalingstherapie gaan we voornamelijk bij baby’s en kinderen
de overproductie van slijmen verwijderen die bij acute of chronische
aandoeningen van de luchtwegen aanwezig zijn. Hieronder valt
mucoviscidose, astma, bronchitis, bronchiolitis, bronchopulmonaire
dysplasie,…
De therapie bestaat uit specifieke ademhalingstechnieken of thoracale
drukkingen: Autogene drainage (Chevallier), bouncing en inspanningen.
Bij autogene drainage zal het kind op een gecontroleerd niveau in- en
uitademen met als doel de longen en luchtwegen vrij te maken van
slijmen. Door op specifieke longvolumes te ademen, ontstaan er
drukverschillen binnen de luchtwegen. Dit resulteert in het
mobiliseren van de slijmsecreties naar boven toe. Door te voelen en
gericht te luisteren naar de ademhaling van het kind, kan de therapeut
het longvolume waarop het kind ademt aanpassen. Omdat baby’s en
zuigelingen nog niet zelf in staat zijn te ademen op verschillende
longvolumes zullen bij hen technieken worden toegepast op basis van
thoraxdrukkingen en bouncing. Het ademhalingspatroon van de baby wordt
beïnvloed zodat slijmen loskomen en opgehoest kunnen worden.
Voor het reinigen van de bovenste luchtwegen doen we neusspoelingen.
Aangevult met een intrapulmonale percussieventilatie (IPV) kinesitherapie voor oor het draineren (verwijderen) van slijmen, waardor je voorkomt dat longdelen afgesloten worden, en het bevorderen van de gasuitwisseling.